fbpx

3. Risicobeheersing

Beleggen brengt altijd risico’s met zich mee. Gelukkig zijn er allerlei manieren om die risico’s te beperken. Vandaag ga ik het dus hebben over risicobeheersing.

Hou de strategie die je gister gemaakt hebt bij de hand. Misschien kom je na vandaag tot de conclusie dat hij té risicovol is. Pas de strategie dan gerust aan. Je bent immers aan het leren!

De basisregel

Je hoort het gelukkig zelden, maar toch gebeurt het: beleggen met geleend geld. Vaak ziet men dat als een slimme manier om snel winst te maken. Geld wordt tegen een relatieve lage rente geleend, in de hoop dat er met beleggen een hoger rendement behaald kan worden.

Niet doen! De uitkomsten van beleggen zijn altijd onzeker. Beleggen met geleend geld kan je in het ergste geval dus hoge schulden opleveren.

Zet je emoties opzij

Eigenlijk ook een basisregel. Laat je emoties nooit een rol spelen tijdens het beleggen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan: het gaat namelijk wel over je zuurverdiende centen.

Een aandeel of beleggingsfonds kan soms ineens flink in waarde dalen. Gevoelens van angst zijn op dat moment een slechte raadgever. Handel daarom structureel en op basis van een systeem. (Daarover morgen meer!)

Afhankelijk van je strategie kan het ongelooflijk stom zijn om je geld terug te halen als het even tegenzit. Bestaat je strategie bijvoorbeeld deels uit het handelen in een beleggingsfonds voor 15 jaar, dan is het helemaal geen ramp als dat fonds een jaar geen winst oplevert – of zelfs verlies maakt. Het gaat immers om het grotere geheel.

Blijf dus altijd rationeel en handel volgens een vooropgezet plan.

Merk je dat emoties de overhand krijgen, probeer dan eerst rustig na te denken. Vraag jezelf af met welk doel je in een bepaald product bent gestapt. Wat was je verwachting? Is het ongebruikelijk dat het product verlies maakt en hoe zien analisten de toekomst?

Spreiden, spreiden, spreiden!

Ik wil de vergelijking liever niet maken, maar je wedt ook niet op één paard. Hoe je ook gaat handelen, zorg dat je spreidt.

Dat spreiden begint al bij het uitkiezen van verschillende producten. Het is dus onverstandig om al je geld in crowdfunding te steken. Maar ook binnen één product moet je spreiden. Als we bij crowdfunding blijven: het is dom om daar met al je geld in één project te investeren.

Om die reden zijn beleggingsfondsen erg populair. Die bestaan doorgaans namelijk uit verschillende producten. Daardoor kun je zelfs met een laag bedrag je beleggingen spreiden. Zelfs als je 50 euro in een goed gemixt beleggingsfonds steekt, is dat bedrag verspreid over tal van verschillende producten.

Houd er rekening mee dat fondsen niet per definitie gespreid zijn. Bij een indexfonds dat bijvoorbeeld de AEX-index volgt, beleg je in feite alleen in Nederlandse beursgenoteerde bedrijven. En dat is niet heel divers.

Spreiden doe je dus op 2 niveaus. Allereerst handel je in verschillende soorten beleggingsproducten. Liefst met verschil in mate van risico. Een voorbeeld kan zijn: aandelen, obligaties, crowdfunding en een mixfonds.

Op het tweede niveau spreid je door verschillende aandelen te kopen, liefst in verschillende sectoren. (Daarover morgen meer!) En door bijvoorbeeld in verschillende crowdfunding-projecten te stappen – en dus niet alleen in horecaondernemers.

Kijk eens naar je beleggingsplan van gisteren. Is dat goed genoeg gespreid?

Het juiste instapmoment kiezen

Een vraag die ik vaak krijg: wat is het juiste instapmoment? Niemand wil immers een product kopen als de prijs gevoelsmatig hoog is.

Ik kan daar hele ingewikkelde antwoorden op geven, maar veel makkelijker is het om ook hier te spreiden. Door maandelijks een bedrag in te leggen, koop je op verschillende koersen. De kans dat je op een verkeerd moment instapt is dan nihil.

Een garantie op succes is het niet. Het zou namelijk net zo goed kunnen dat de koers alleen maar gaat stijgen op het moment dat jij instapt. Bovendien duurt het langer voordat je al jouw belegbaar vermogen ‘aan het werk kunt zetten’, waardoor het rendement lager kan uitvallen.

Daarentegen geeft gespreid beleggen wél meer rust. Je hoeft namelijk niet bang te zijn dat je te vroeg of juist te laat hebt ingelegd. Elke maand leg je een relatief klein bedrag in, waardoor je instapmoment een gemiddelde is.

Ga je met een aanzienlijk bedrag beleggen, realiseer je dan dat de gevolgen groot kunnen zijn als je in één keer instapt. Als je twijfelt of de koers van een product laag is, kies er dan voor om te spreiden. Maar realiseer je dat het rendement doorgaans iets lager uitvalt, naarmate de periode langer wordt.

Morgen leer je hoe je kunt analyseren of de koers van een product relatief hoog of laag is.

Risicobeheersing actief beleggen

We hebben het tot nu toe gehad over risicobeheersing in het algemeen. Als je actief gaat beleggen (bijvoorbeeld in aandelen of grondstoffen), zijn er extra methodes om de risico’s zo klein mogelijk te houden. Die bespreken we hieronder.

Als je op dit moment (nog) niet actief belegt, spreken sommige zaken misschien niet echt tot de verbeelding. Onthoud dat je op een later moment altijd terug kunt keren naar dit hoofdstuk.

Sluiten bij verlies

Bij aandelen, valuta, grondstoffen en hefboomproducten kunnen de koersen snel stijgen en dalen. Daarom is het mogelijk om een stop loss-order te plaatsen. Sommige brokers noemen dat simpelweg sluiten bij verlies. Dat laatste geeft ook direct aan wat het doet: het effect wordt automatisch verkocht bij een vooraf vastgesteld verlies.

Ik raad je aan om – in elk geval bij hefboomproducten – gebruik te maken van de stop loss-order. Daarmee voorkom je dat een verlieslijdend effect je volledig ingelegde vermogen opslokt. Bovendien geeft het je rust, omdat je weet dat een verlies niet onnodig hoog kan oplopen.

Het is bij veel brokers ook mogelijk om een trailing stop-order te plaatsen. De hoogte van het vooraf vastgestelde verlies beweegt dan mee omhoog bij een stijgende koers.

Met een trailing stop-order voorkom je dat een product dat in waarde is gestegen, maar later een flinke duik naar beneden neemt, alsnog met verlies wordt gekocht. Zodra de koers begint te stijgen, stijgt ook het bedrag waarbij automatisch verkocht moet worden. Dat bedrag is dus een marge, die wél omhoog maar niet omlaag opschuift. De afbeelding hieronder geeft dat duidelijk weer.

Niet teveel posities

Vooral als je begint met actief beleggen (of speculeren) is het verstandig om niet teveel posities tegelijk te openen. Je wilt ze namelijk goed in de gaten houden. Begin dus met een paar producten, zodat je niet afgeleid raakt.

Potentieel verlies bepalen (per positie)

Als je actief gaat handelen, is het belangrijk om vooraf vast te stellen hoe groot het potentiële verlies van elke positie mag zijn. Dat is een percentage van het totale vermogen dat je op deze manier gaat beleggen. Het is verstandig om daar als beginner een percentage van 2 tot 4 procent voor te hanteren.

Voorbeeld: ik gebruik 10.000 euro om te speculeren op de aandelenmarkt. Ik wil maximaal 2% verlies per positie lopen. Dat betekent dus dat ik per positie maximaal (10.000 x 2%) = 200 euro verlies wil lopen.

Vervolg voorbeeld: ik heb een aandeel op het oog dat 20 euro kost. Ik stel in dat het effect bij € 19,50 automatisch wordt verkocht (stop loss). Dat betekent dat het aandeel dus € 0,50 in waarde mag zakken, voordat ik er automatisch uitstap.

Nog steeds hetzelfde voorbeeld: nu kan ik berekenen hoeveel effecten ik mag kopen. Ik wil dus maximaal € 200 verlies lijden en heb een stop loss van € 0,50 per effect. Ik mag dus (200 / 0,50) = 400 effecten kopen.

De bedragen in dit voorbeeld zijn fictief. De hoogte van het stop loss-bedrag is afhankelijk van je verwachtingen, strategie en het soort effect.

Hoewel deze strategie (net als alle andere) zeker geen wetenschap is, helpt hij je om op een verantwoorde manier met verliezen om te gaan. Vooral bij risicovolle producten, maken beginners namelijk de fout dat ze verliezen te ver laten doorlopen. Soms zelfs ongemerkt.

Potentieel verlies bepalen (per periode)

Vraag jezelf ook af hoeveel verlies je per week of per maand wil lopen. Druk dat wederom uit in een percentage van het vermogen dat je op die manier belegt. Ga je daar overheen, dan zul je op een andere manier je posities moeten kiezen.

Morgen ga ik het hebben over de verschillende manieren waarop je bij actief beleggen je posities kunt kiezen.

Realiseer je dat actieve beleggers altijd posities met verlies sluiten. Zelfs de meest succesvolle beleggers lukt het niet om 90 procent van de transacties met winst te sluiten. Accepteer dat en zorg dat je erop voorbereid bent. Bijvoorbeeld door de vuistregels hierboven.

Op tijd verkopen

Het is dus verstandig om vooraf in te stellen bij welk verlies je het effect van de hand wil doen. Datzelfde geldt eigenlijk ook voor de winst.

Je kunt vooraf instellen bij welke winst een effect automatisch verkocht moet worden. Je voorkomt daarmee dat je vergeet een effect te verkopen als de koers is gestegen. Het zou namelijk zomaar kunnen dat de koers daarna weer een daling inzet en onder je stop loss-bedrag uitkomt. Het resultaat is dan alsnog verlies. Zonde!

Stel dus vooraf in bij welke winst je het effect verkoopt. Veel beleggers worden hebberig, wat ze uiteindelijk geld kost.

Het voorgaande gaat níet op als je gebruik maakt van een trailing stop-loss (zie de grafiek hierboven). In dat geval kun je de winst eindeloos laten oplopen, omdat het bedrag waarbij verkocht wordt mee omhoog schuift.

Hoe je weet of een effect in waarde gaat stijgen? In feite weet niemand dat zeker. Het blijft de toekomst voorspellen. Toch zijn er indicaties die vaak de uitkomst verraden. Daar ga ik morgen verder op in.

Hoewel dit misschien tegenstrijd klinkt, is het belangrijk dat je de winst ook niet te vroeg pakt! Het is niet goed om hebberig te zijn, maar beleggen ‘met de rem erop’ werkt evenmin. Verwacht je een flinke groei, wees dan niet bang om daar op te wachten. Succesvolle beleggers zorgen ervoor dat ze hun winst verder laten oplopen dan hun verliezen.

Vermijd producten die je niet snapt

Voordat je ergens in gaat beleggen, moet je weten hoe het product in elkaar zit. Heb je geen idee hoe een turbo of sprinter werkt? Beleg er dan niet in. Datzelfde geldt voor beleggingsfondsen. Onduidelijk waar het fonds precies in handelt? Steek er dan geen geld in.

Kortom, vermijd beleggingsproducten die je niet snapt. Of verdiep je erin totdat je het wel begrijpt. Daarmee voorkom je onnodige risico’s.

Beleggen buiten AFM-toezicht

Beleggingsproducten waarbij de minimale inleg €50.000 bedraagt, hebben geen vergunning van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) nodig. Dat is de Nederlandse toezichthouder op financiële producten.

Aanbieders van dergelijke producten zijn verplicht de bovenstaande waarschuwing te tonen, maar dat doen ze niet altijd. Wees dus extra alert als je minimaal €50.000 moet inleggen. Het product én de aanbieder zijn dan misschien niet eens bekend bij de onafhankelijke toezichthouder.

Zo nu en dan duiken er verhalen over malafide beleggingsproducten op. Dat zijn altijd producten die buiten het AFM-toezicht vallen. Het bekendste voorbeeld is waarschijnlijk ‘Palm Invest’ dat geen belegging, maar een piramidespel bleek te zijn.

Beleggen buiten AFM-toezicht is dus niet per definitie gevaarlijk, maar het brengt wel extra risico’s met zich mee. Klinkt iets te mooi om waar te zijn? Dan is dat het waarschijnlijk ook.

Tot morgen!

Hopelijk weet je nu hoe je de risico’s tijdens het beleggen zo klein mogelijk houdt. Werp eens een blik op je strategie en vraag jezelf af of je daar nog steeds een goed gevoel bij hebt. Zo niet, pas hem dan gerust aan.

Morgen wordt het pas écht interessant. Dan delen we verschillende technieken met je en lees je wat alle succesvolle beleggers met elkaar gemeen hebben.